De rolverdeling in de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel

13 september 2023

Bij een wijziging van een pensioenregeling hebben werkgever, werknemers en het pensioenfonds elk hun eigen rol, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Dat is in de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel niet anders.

Maar bij de wijziging van de pensioenregeling in het kader van de Wet toekomst pensioenen (Wtp) zijn er belangrijke nieuwe aspecten waar rekening mee gehouden moet worden zoals de keuze voor het type premieregeling en invaren, de invulling van het transitieplan etc. In onderstaand artikel lees je meer over de verdeling van de verantwoordelijkheden tussen de werkgever en jouw pensioenfonds.

Verantwoordelijkheid werkgever

In de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel is het aan werkgevers en (-ex)werknemers (de sociale partners) om afspraken te maken over het type premieregeling (Flexibele premieregeling of de Solidaire premieregeling) en de kenmerken ervan (premieniveau, nabestaandenpensioen, werknemersbijdrage etc.), over een eventuele compensatie en over het wel of niet invaren van de reeds opgebouwde pensioenen. Het moment van de overstap kiezen de sociale partners in overleg met hun pensioenuitvoerder. Voor het transitieplan, waarin de gemaakte afspraken staan beschreven, is de werkgever de eerst verantwoordelijke. De werkgever dient het transitieplan vóór 1 juli 2024 bij ons in. Hierna beoordelen wij het transitieplan zodat het voor de wettelijke deadline van 1 januari 2025 is afgerond.

blije vrouw aan de telefoon

De rol van de ondernemingsraad

Als de pensioenregeling van jouw organisatie inhoudelijk niet via een CAO is geregeld, heeft de ondernemingsraad (als die er is) een belangrijke rol in het hele proces. De ondernemingsraad heeft namelijk de volgende rechten:

  • instemmingrecht bij vaststelling, intrekking of wijziging van de pensioenovereenkomst, waarvan het transitieplan onderdeel uitmaakt;
  • instemmingsrecht bij de keuze voor onderbrenging bij een bepaalde pensioenuitvoerder;
  • instemmingsrecht bij vaststelling, wijziging of intrekking van de uitvoeringsovereenkomst, voor zover het gaat om onderwerpen die van invloed zijn op de pensioenovereenkomst.

Is er geen ondernemingsraad?

Als jouw organisatie geen ondernemingsraad heeft, is er mogelijk een personeelsvertegenwoordiging (PVT) of een personeelsvergadering (PV). De PVT en PV hebben een adviesrecht over een besluit van de werkgever tot wijziging van de pensioenovereenkomst. Het transitieplan maakt daar onderdeel van uit.

Hoorrecht

Er is een nieuw (tijdelijk) hoorrecht voor een vereniging van pensioengerechtigden en vereniging van gewezen deelnemers. Dit is het recht om te worden gehoord of schriftelijk inbreng te kunnen geven over het transitieplan. Deze inbreng wegen sociale partners mee in de vaststelling van het definitieve transitieplan. Doel van het hoorrecht is dat de informatievoorziening richting pensioengerechtigden en gewezen deelnemers in een vroeg stadium van de transitie plaatsvindt en de sociale partners ertoe dwingt hun belangen zichtbaar mee te wegen in het transitieplan.

Verantwoordelijkheid Centraal Beheer APF

Centraal Beheer APF stelt na ontvangst van het transitieplan binnen zes maanden het implementatieplan en communicatieplan op om de transitie te begeleiden en is verantwoordelijk voor het zodanig inrichten van de administratie, dat de nieuwe regeling naar behoren kan worden uitgevoerd. De deadline voor het opstellen van het implementatieplan en communicatieplan is 1 juli 2025. Lever het transitieplan aan vóór 1 juli 2024, zodat het door ons beoordeeld kan worden en het transitieplan is afgerond voor de wettelijke deadline van 1 januari 2025.

Het Belanghebbendenorgaan (BO) bij Centraal Beheer APF

Vanzelfsprekend hebben de BO’s bij Centraal Beheer APF een belangrijke rol te vervullen in de transitie. Zo heeft het BO goedkeuringsrecht, over invaren, over de solidariteitsreserve of risicodelingsreserve, over de toedelingsregels en over het overbruggingsplan inzake transitie-FTK. Daarnaast heeft het BO adviesrecht over het sluiten, wijzigen of beëindigen van een uitvoeringsovereenkomst of uitvoeringsreglement. Bovendien moet onderzoek en vastlegging van de risicohouding door het bestuur na overleg met het BO plaatsvinden. Sowieso moet het bestuur van een pensioenfonds verantwoording aan het BO afleggen over het beleid en de wijze waarop het is uitgevoerd, dus ook over keuzes in het kader van het nieuwe pensioenstelsel.

Fasering van de transitie

Bovenstaande betekent dat bij de transitie naar de nieuwe pensioenregeling in grote lijnen drie fases worden doorlopen:

  • de arbeidsvoorwaardelijke fase door de sociale partners;
  • de onderbrenging bij Centraal Beheer APF door de werkgever en de opdrachtaanvaarding door ons; en
  • de implementatie door ons.

Jij als werkgever bent zoals gezegd verantwoordelijk voor het transitieplan, dat wettelijk verplicht is. Daarin moeten naast het karakter van de nieuwe pensioenregeling veel zaken vermeld staan, waaronder informatie over wel of niet invaren van de opgebouwde pensioenen, een overzicht van de effecten per leeftijdscohort, afspraken over een compensatie, een financieringsplan voor de compensatie en eventuele afspraken over de initiële vulling van een solidariteitsreserve of risicodelingsreserve. Wij sturen in Q4 2023 ons sjabloon van het transitieplan toe, dat jij samen met jouw pensioenadviseur en werknemers(vertegenwoordiging) invult en vóór 1 juli 2024 bij ons aanlevert.

man met smartphone

Het proces van opdrachtaanvaarding

Het besluit om akkoord te gaan met het uitvoeren van de nieuwe regeling en het invaarverzoek, inclusief de precieze invulling ervan, ligt bij Centraal Beheer APF. Net als de sociale partners maken wij de afweging of het evenwichtig is om de opgebouwde pensioenen in te varen. Wij besluiten of we de nieuwe regeling willen en kunnen uitvoeren en daarmee de opdracht aanvaarden.

Overleg en inspraak

De weg naar het nieuwe pensioenstelsel en de nieuwe pensioenregeling is een iteratief proces, waarin wij veel samen zullen optrekken. Tussen de sociale partners onderling zal er veel overleg en afstemming nodig zijn om tot een nieuwe pensioenovereenkomst te komen. Gebeurt dit vanuit een middelloonregeling (DB-regeling), dan zal dit overleg- en inspraaktraject naar de nieuwe pensioenregeling naar verwachting ingrijpender en langduriger zijn dan wanneer er nu al een beschikbare premieregeling (DC-regeling) is. Let op: ook voor een bestaande beschikbare premieregeling dienen keuzes te worden gemaakt zoals wel of geen gebruik maken van het overgangsrecht leeftijdsafhankelijke stijgende premie en over de hoogte van het nabestaandenpensioen. Maak je gebruik van het overgangsrecht dan hoeft je ons over uw keuze niet te informeren en je hoeft geen transitieplan in te dienen. Wij zetten jouw premieregeling automatisch voort. Je dient wel uiterlijk 1 januari 2028 aanpassingen te doen voor werknemers die op of na 1 januari 2028 nieuw in dienst komen. Ook moet de dekking voor het nabestaandenpensioen (partner- en wezenpensioen) dan aangepast worden aan de nieuwe Wtp-regels. Dit geldt zowel voor premieregeling die onder het overgangsrecht valt als voor de premieregeling voor de nieuwe werknemers.

Onze oproep

Ongeacht welke pensioenregeling jij als werkgever hebt, kom uit de startblokken en ga aan de slag. Lever het transitieplan aan vóór 1 juli 2024. Schakel daarbij een onafhankelijke en deskundig pensioenadviseur in om je bij te laten staan. Maak gebruik van beschikbare expertise, die we bij Centraal Beheer APF graag delen, onder meer in onze informatiesessies, en ga het gesprek aan met de belanghebbenden die in jouw context relevant zijn.

Heeft deze informatie je geholpen? /

Bedankt voor je feedback!